Donderdag 1 mei 2014
Dag 6 Georgië-reis → Via het Javakheti-plateau terug naar Tbilisi
Met Bertus de Lange, Frank van Duivenvoorde, Johan van ’t Bosch, Kasper Hendriks, Rob Bekebrede, Maarten Hotting en Nico Hopman.
Vandaag “slapen we uit” en zitten we niet zoals gebruikelijk om zes uur, maar om zeven uur ’s morgens aan het ontbijt. Vervolgens nemen we, niet wetende dat we elkaar vandaag toch nog een paar keer tegen zullen komen, afscheid van Rob, Maarten, Nico en hun gids Nika. Zij gaan op zoek naar de steenheggenmus en rode bergvink, terwijl wij nog een dag op de hoogvlaktes en bij de steppemeren van Javakheti willen vogelen.
Net als gisteren koopt Zura in Khertvisi flessen water en heerlijke met aardappel en kaas gevulde warme broodjes. Miegelde het in het bos langs de rivier gisteren van de zangertjes, vandaag zit er hoegenaamd niets meer. Blijkbaar zijn alle kleine vliegenvangers, groene fitissen en dergelijke alweer doorgetrokken.
Ook de begraafplaats, die gisteren nog plaats bood aan allerhande zangvogels, ligt er nu verlaten bij.
Op weg naar Khancahli-meer genieten we van de prachtig landschappen. De wegen zijn nogal slecht, dus valt het maken van foto’s vanuit de rijdende auto niet echt mee.
Het op 1930 meter hoogte liggende Khanchali-meer ligt in een adembenemend mooi landschap.
Naast dat we ons vergapen aan het prachtige landschap speuren we ook het wateroppervlak en oevers minutieus af. Zo zien we onder andere een schreeuwarend, casarca’s, slob-, krak-, tafeleenden, grauwe ganzen, zomer- en wintertalingen, roodhalsfuten, geoorde futen, vijf kraanvogels ssp archibaldi, tientallen kemphanen, honderden meerkoeten, tientallen ooievaars, citroenkwikstaarten en duinpiepers. Bertus vindt bovendien een groepje van zeventien grauwe franjepoten. Heel tof, om zo’n groepje samen te zien foerageren en af en toe te zien vliegen! Heel verrassend vinden we de “hoempende” roerdomp! Een soort die we hier zeker niet hadden verwacht.
Op weg naar het Mandatapa-meer rijden we door allerlei primitieve boerendorpjes waar bijvoorbeeld koeien- en schapenmest nog wordt gedroogd om te dienen als brandstof.
Het weer op de hoogtevlakte van Javakheti wisselt heel snel: zon en prachtige wolkenluchten maken in korte tijd plaats voor grijze, donkere luchten met regen- en hagelbuien.
In het Mandatapa-meer dat op een hoogte van ruim 2100 meter ligt, bevindt een grote broedkolonie van Armeense meeuwen. We tellen er in de gauwigheid zo’n vijfentwintighonderd met daartussen één eenzame Baltische mantelmeeuw, een (onder)soort die Zura hier nog niet eerder heeft gezien.
Laag boven het water foerageert met ongeveer vijfhonderd exemplaren een zeer indrukwekkende groep witvleugelsterns! Wat een gaaf schouwspel!
Een fijne verrassing wordt gevormd door drie kroeskoppelikanen, die als waren het Boeings rustig over ons heen vliegen. Machtig mooi!
Tijdens de lunch in Ninotsminda gelegen op eenentwintig kilometer afstand van Armeense en eenenvijftig kilometer van Turkse grens ontmoeten we toch Rob, Maarten, Nico en Nika weer. Zij zijn in hun zoektocht naar de steenheggenmus en rode bergvink helaas niet succesvol geweest. 😦
De altijd scherpe Maarten wijst ons vanachter de eettafel op een groep van ongeveer zeventig overvliegende kroeskoppelikanen. Stoer!
Het stadje heeft een enorm armoedige uitstraling.
Na de heerlijke lunch rijden we door naar het Saghamo-meer (2010 meter boven de zeespiegel). Onderweg vinden we een platgereden moeraskat (Jungle Cat), deze fraaie soort hadden uiteraard liever in levende lijve ontmoet.
Het Saghamo-meer levert ondanks harde wind en regen toch een nieuwe soort voor de “reislijst” op: een ralreiger vliegt samen met een kleine zilverreiger uit de walkant op als Kasper probeert de dichtbij langs vliegende witvleugelsterns te fotograferen.
Onze reis voert ons, zoals ik vandaag al eerder schreef, door een adembenemend mooi landschap met prachtige uitzichten, maar confronteert ons ook met de enorme armoede van dit gebied. Waar (m.i. verbazingwekkend) wel veel geld wordt uitgegeven aan grafstenen van vaak meer dan anderhalve meter groot met daarop een afbeeldingen van de overledenen.
In een van de dorpjes zien we hoe de dorpelingen gezamenlijk de mestvaalt verwerken tot plakken. Deze plakken worden vervolgens op een akkertje te drogen gelegd en later opgestapeld als een muurtje. In een gebied waar zo goed als geen hout te vinden is, zal deze gedroogde stront als brandstof worden gebruikt.
Via het Paravani-meer (twee overvliegende zwarte ooievaars) rijden we door Tsalka, een gebied dat wordt bewoond door mensen van zowel Georgische, als Armeense, als Azerbeidjaanse, als Griekse afkomst.
Vlak voordat we hoogvlaktes van Javakheti verlaten, maken we nog een fikse wandeling in een gebied waar we volgens Zura nog kans maken om strandleeuweriken en sneeuwvinken te zien.
Veel verschillende vogelsoorten zien we hier niet. Al hangen er ondanks de harde wind wel jubelende veldleeuweriken aan het zwerk en struikel je er over de waterpiepers. Zo vroeg in het seizoen bloeit er nog niet veel, maar we vinden wel al wat blauwe druifjes, verschillende soorten gentianen en wat wilde tulpen en hyacinten. Over enkele weken zal hier een bloemenzee zijn.
De dag vordert snel, dus wordt het tijd om door te rijden naar Tbilisi, waar de nacht zullen doorbrengen in een guest house waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan.
We praten nog even na over al het moois dat we op Javakheti-plateau hebben zien, werken zoals elke avond onze vogellijsten bij en filosoferen wat over wat de reis naar Chachuna ons morgen gaat brengen om vervolgens onder de wol te duiken. ’t Was weer een prachtdag!
Elke dag ben ik benieuwd wat jullie gezien en beleefd hebben in Georgie. Het is me duidelijk dat er heel wat interessante vogelsoorten zijn te spotten daar. En gelukkig ook met deskundige gidsen die de plekken weten. Je maakt ook hele leuke foto’s van de omgeving.
groeten van Paul van RIjsinge
Bedankt voor je leuke reactie, Paul!
Het is fijn zulke positieve respons te krijgen op de blogs.
Hartelijke groet,
Luuk
Hee Luuk,
Gaaf verslag weer!
Ps hou je ook ergens een openbare levenslijst bij? Ik ben wel benieuwd, eerlijk gezegd!
Bedankt, Diedert!
Mijn levenslijst staat niet ergens online en die is ook niet zo indrukwekkend, want ik vogel maar erg weinig buiten Nederland en al helemaal niet buiten Europa. De vrienden met wie ik de reis naar Georgië heb gemaakt hebben daarentegen al heel indrukwekkende levenslijsten. De meesten hebben alle continenten al bezocht.
Hartelijke groet,
Luuk
Pingback: Laatste dag Georgië-reis: David Gareja-klooster en een keizerlijke afsluiting | VogelPunt